Vertalingen se casser FR>NL
[səkɑse]1 se mettre en morceaux - breken
'L'assiette s'est cassée en deux.'
Het bord is in tweeën gebroken.2 se rompre un os - breken
'Elle s'est cassé la jambe.'
Ze heeft haar been gebroken.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
se casser (ww.) | opdonderen (ww.) ; wegwezen (ww.) ; stukgaan (ww.) ; stukbreken (ww.) ; stuk gaan (ww.) ; sneuvelen (ww.) ; oprotten (ww.) ; oplazeren (ww.) ; opkrassen (ww.) ; ophoepelen (ww.) ; onklaar raken (ww.) ; kapotgaan (ww.) ; kapot gaan (ww.) ; inrukken (ww.) ; er vanaf breken (ww.) ; breken (ww.) ; afknappen (ww.) ; aan stukken breken (ww.) |
se casser | breken |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `se casser`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: tomber en morceaux